問題一覧
1
La perte
Het verlies
2
Déception / désappointement
Teleurstelling
3
Les dettes
De schulden
4
Confiance
Vertrouwen
5
En réalité
In werkelijkheid
6
Désespoir
Wanhoop
7
Être en besoin de
Behoefte hebben aan
8
Faire des progrès
Vooruitgang te boeken
9
Honneur
Eer
10
La décision
Het besluit
11
En tout cas / au moins
In ieder geval
12
Regenbui
Averse
13
Avertissement
Waarschuwing
14
La vérité
De waarheid
15
Violence
Geweld
16
Incroyable
Ongelooflijk
17
Le gouvernement
De regering
18
Vraag en aanbod
La demande et l’offre
19
Gunst
Faveur
20
La compagnie (l’entreprise)
Het bedrijf
21
Insulté (offensé)
Beledigd
22
Solitaire
Eenzaam
23
Combattre
Vechten
24
Ressentir
Voelden
25
Election
Verkiezing
26
Eisen
Demander
27
Courage
Moed
28
La cause
De oorzaak
29
L’employeur
De werkgever
30
Heureux
Vrolijk
31
Assez
Voldoende / genoeg
32
Un prêt
Een lening
33
Patience
Geduld
34
Le désavantage
Het nadeel
35
Faible
Zwakker
36
En vente
In de uitverkoop
37
Le pouvoir judiciaire
De rechterlijke macht
38
Curieux
Nieuwsgierig
39
A cause de
Vanwege
40
Dépenses
Uitgaven
41
Hospitalité
Gastvrijheid
42
Un jugement
Een oordeel
43
Il a été
Hij is geweest
44
Un secret
Een geheim
45
L’apparence
De uiterlijk
46
Vulnérable
Kwetsbaar
47
La monnaie (€, $)
Valuta
48
Dernier (passé)
Vorige
49
Aanraden
Recommander
50
La décision
Het besluit
51
Profit
Winst
52
Taxe
Belasting
53
Mériter
Verdienen
54
Un rapport
Een verslag
55
Une explication
Een uitleg
56
Sagesse
Wijsheid
57
Le chef d’Etat
Het staatshoofd
58
Les revenus
De inkomens
59
Drôle
Grappig
60
Communauté
Gemeenschap
61
Influence
Invloed
62
Producteur
Producent
63
Sagesse
Wijsheid
64
Colère
Woede
65
L’excitation
De opwinding
66
Compassion / pitié
Medelijden
67
Lancer
Gooien
68
Ennemis
Vijanden
69
Importance
Belang
70
Cause
Oorzaak
71
Un poème
Een gedicht
72
S’élève à
bedraagt
73
Marier
Trouwen
74
Le pouvoir législatif
De wetgevende macht
75
Un échec
Een mislukking
76
Réfugié
Vluchteling
77
Avec précaution
Voorzichtig
78
Timide
Verlegen
79
Investissement
Investering
80
Une part
Een gedeelte
81
Causer (engendrer)
Veroorzaakten
82
Bénéfices, profits
Winst
83
La source
De oorsprong
84
Il est allé
Hij is gegaan
85
Paix
Vrede
86
Expérience
Ervaring
87
Relation
Betrekking
88
La perte
Het verlies
89
Cicatrice
Litteken
90
Les intérêts
De rente
91
Dépenses
Uitgaven
92
Opinion
Mening
93
Occasion
Gelegenheid
94
Voter
Stemmen
95
Réunion
Vergadering
96
Exception
Uitzondering
97
Misère
Ellende
98
La misère
De ellende
99
Comme
Net
100
La distance
De afstand